Mensen hebben
de opvatting dat alle drukke kinderen tegenwoordig ADHD hebben en de minder
sociale kinderen die in hoge mate geboeid zijn door één onderwerp zijn
autistisch. Zij vervolgen dan hun verhaal door te melden dat deze kinderen er
vroeger ook waren, maar dat tegenwoordig ieder kind wel wat heeft. Een populaire
uitspraak die dan ook (helaas) vele volgers kent.
Het is
voor wetenschappers lastig om de toename van gedragsproblemen wetenschappelijk
te bewijzen. Het idee dat problemen bij kinderen zijn toegenomen, zijn dan van
alle tijden. Al in 1591 schreef Valcoogh (Kloek, 2002) dat hij ziet dat het de
verkeerde kant op gaat met de jeugd. Volgens hem groeien de kinderen op voor
galg en rad, door laksheid van ouders in de opvoeding. Hij noemt hierin ouders
zwak. Valcoogh vindt dat zij het gezag van de schoolmeester ondermijnen,
brengen kinderen te laat naar school en verwennen de kinderen dusdanig dat ze gaan
liegen en vloeken.
Van een
stijging in het aantal kinderen met gedragsproblemen lijkt geen sprake. Het
aantal diagnoses ADHD en PDD-NOS zijn wel toegenomen (Wolf & Beukering,
2011). De diagnostische kennis die men hier in het onderwijs over bezit in
combinatie met de laagdrempelige hulpverlening dragen hier wellicht aan bij.
Als
leerkracht zijn wij er echt niet op uit alle leerlingen te voorzien van een
etiket. Nee, wij willen kinderen helpen waar wij kunnen. Wij zijn ons bewust
van de gevaren om een uitspraak te doen die kan leiding tot een mogelijke
diagnose. Als leerkracht kunnen en mogen wij geen leerlingen diagnosticeren. Wel
kunnen en moeten wij zaken signaleren. Met behulp van deze signalering kan er
een vervolgtraject in werking gezet worden.
Nu naar de
praktijk….
Er zitten
altijd leerlingen in je klas die het weleens moeilijk hebben en dan opvallend
gedrag vertonen. Wij weten dat niet alle gedragssymptomen reden tot zorg zijn.
Maar wanneer is dit opvallende gedrag nu probleemgedrag? Rutter (1975) stelt
dat dit schema je inzicht geeft in de ernst van gedragsproblemen.
Misschien
heb je op dit moment wel een leerling in je klas waarbij je dit afvraagt. Neem
dit schema dan over en vul deze in over de desbetreffende leerling.
Succes!
|
Criteria van Rutter
|
Nadere omschrijving
|
van toepassing
|
Omschrijving van het gedrag van de leerling
|
|
Is het gedrag leeftijdsadequaat ?
|
Past het gedrag bij de leeftijd van de leerling ?
Hoe groter het verschil tussen de
leeftijdsnorm en het probleemgedrag, des te ernstiger het probleem.
|
|
|
|
Duur van het probleemgedrag.
|
Hoe lang duren de problemen ?
Hoe langer de problemen duren, des te
ernstiger het probleemgedrag.
|
|
|
|
Omstandigheden
|
Zijn de problemen begrijpelijk gezien de omstandigheden
?
Als omstandigheden “normaal” zijn is het
probleemgedrag ernstiger te beoordelen dan wanneer er een duidelijke
aanleiding is.
|
|
|
|
Socio-culturele setting. Mate van voorkomen
in de populatie.
|
Past het gedrag in de (sub)cultuur waartoe het kind
behoort ?
Wanneer een bepaald gedrag niet voldoet aan
de normen van de (sub)cultuur beschouwt men het als problematisch.
|
|
|
|
Hoeveelheid en frequentie van problemen.
|
Veel problemen en een hoge frequentie is een maat van
ernst.
|
|
|
|
Type problemen en mate van voorkomen van
die problemen in de populatie
|
Welk type problemen zijn er ?
Als bepaalde problemen weinig voorkomen in
de normale populatie zullen ze eerder als ernstig worden beschouwd.
|
|
.
|
|
Intensiteit van de problemen
|
Problemen die intensief voorkomen zijn
ernstiger dan wanneer ze in een milde vorm voorkomen.
|
|
|
|
Verandering van gedrag
|
Was gedragsverandering te verwachten ?
Is de gedragsverandering begrijpelijk gezien het
verleden of is deze geheel onverwacht ? (onverwacht is ernstiger).
|
|
|
|
Situatiegebondenheid
|
In één of meerdere situaties ?
Probleemgedrag in meerdere situaties is
ernstiger.
|
|
|
|
Belemmering van ontwikkeling op andere
gebieden.
|
Belemmert probleemgedrag ook andere gebieden zoals
leren, werkhouding, sociale contacten ?
Hoe meer belemmeringen hoe ernstiger.
|
|
|
Bronnen
Kloek, E. (2002). Het onuitstaanbare kind. Amsterdam: SISWO/Instituut voor Maatschappijwetenschappen
Rutter,
M. (1975). Helping troubled children. Harmondswordt:
Penguin Education
Wolf,
K. van der, Beukering, T. van (2011) Gedragsproblemen
in scholen. Leuven/Den Haag: Acco
Geen opmerkingen:
Een reactie posten