donderdag 9 oktober 2014

Criteria van Rutter


Mensen hebben de opvatting dat alle drukke kinderen tegenwoordig ADHD hebben en de minder sociale kinderen die in hoge mate geboeid zijn door één onderwerp zijn autistisch. Zij vervolgen dan hun verhaal door te melden dat deze kinderen er vroeger ook waren, maar dat tegenwoordig ieder kind wel wat heeft. Een populaire uitspraak die dan ook (helaas) vele volgers kent.

Het is voor wetenschappers lastig om de toename van gedragsproblemen wetenschappelijk te bewijzen. Het idee dat problemen bij kinderen zijn toegenomen, zijn dan van alle tijden. Al in 1591 schreef Valcoogh (Kloek, 2002) dat hij ziet dat het de verkeerde kant op gaat met de jeugd. Volgens hem groeien de kinderen op voor galg en rad, door laksheid van ouders in de opvoeding. Hij noemt hierin ouders zwak. Valcoogh vindt dat zij het gezag van de schoolmeester ondermijnen, brengen kinderen te laat naar school en verwennen de kinderen dusdanig dat ze gaan liegen en vloeken.

Van een stijging in het aantal kinderen met gedragsproblemen lijkt geen sprake. Het aantal diagnoses ADHD en PDD-NOS zijn wel toegenomen (Wolf & Beukering, 2011). De diagnostische kennis die men hier in het onderwijs over bezit in combinatie met de laagdrempelige hulpverlening dragen hier wellicht aan bij.

Als leerkracht zijn wij er echt niet op uit alle leerlingen te voorzien van een etiket. Nee, wij willen kinderen helpen waar wij kunnen. Wij zijn ons bewust van de gevaren om een uitspraak te doen die kan leiding tot een mogelijke diagnose. Als leerkracht kunnen en mogen wij geen leerlingen diagnosticeren. Wel kunnen en moeten wij zaken signaleren. Met behulp van deze signalering kan er een vervolgtraject in werking gezet worden.

Nu naar de praktijk….

Er zitten altijd leerlingen in je klas die het weleens moeilijk hebben en dan opvallend gedrag vertonen. Wij weten dat niet alle gedragssymptomen reden tot zorg zijn. Maar wanneer is dit opvallende gedrag nu probleemgedrag? Rutter (1975) stelt dat dit schema je inzicht geeft in de ernst van gedragsproblemen.

Misschien heb je op dit moment wel een leerling in je klas waarbij je dit afvraagt. Neem dit schema dan over en vul deze in over de desbetreffende leerling.

Succes!

Criteria van Rutter
Nadere omschrijving
van toepassing
Omschrijving van het gedrag van de leerling
Is het gedrag leeftijdsadequaat ?
Past het gedrag bij de leeftijd van de leerling ?
Hoe groter het verschil tussen de leeftijdsnorm en het probleemgedrag, des te ernstiger het probleem.
 
 
Duur van het probleemgedrag.
Hoe lang duren de problemen ?
Hoe langer de problemen duren, des te ernstiger het probleemgedrag.
 
 
 
Omstandigheden
Zijn de problemen begrijpelijk gezien de omstandigheden ?
Als omstandigheden “normaal” zijn is het probleemgedrag ernstiger te beoordelen dan wanneer er een duidelijke aanleiding is.
 
 
Socio-culturele setting. Mate van voorkomen in de populatie.
Past het gedrag in de (sub)cultuur waartoe het kind behoort ?
Wanneer een bepaald gedrag niet voldoet aan de normen van de (sub)cultuur beschouwt men het als problematisch.
 
 
Hoeveelheid en frequentie van problemen.
Veel problemen en een hoge frequentie is een maat van ernst.
 
 
 
 
Type problemen en mate van voorkomen van die problemen in de populatie
Welk type problemen zijn er ?
Als bepaalde problemen weinig voorkomen in de normale populatie zullen ze eerder als ernstig worden beschouwd.
 
.
Intensiteit van de problemen
Problemen die intensief voorkomen zijn ernstiger dan wanneer ze in een milde vorm voorkomen.
 
 
 
Verandering van gedrag
Was gedragsverandering te verwachten ?
Is de gedragsverandering begrijpelijk gezien het verleden of is deze geheel onverwacht ? (onverwacht is ernstiger).
 
 
Situatiegebondenheid
In één of meerdere situaties ?
Probleemgedrag in meerdere situaties is ernstiger.
 
 
 
Belemmering van ontwikkeling op andere gebieden.
Belemmert probleemgedrag ook andere gebieden zoals leren, werkhouding, sociale contacten ?
Hoe meer belemmeringen hoe ernstiger.
 
 


Bronnen
Kloek, E. (2002). Het onuitstaanbare kind. Amsterdam: SISWO/Instituut voor Maatschappijwetenschappen
Rutter, M. (1975). Helping troubled children. Harmondswordt: Penguin Education
Wolf, K. van der, Beukering, T. van (2011) Gedragsproblemen in scholen. Leuven/Den Haag: Acco
 
 

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten